Visietekst openbare bibliotheek 2023-2033

Wat kunnen bibliotheken onze samenleving bieden in deze tijden van digitalisering? Met de inspiratienota voor een lokaal vrijetijdsbeleid van de VVSG als leidraad werkte de stuurgroep Digitale Bibliotheek een visietekst uit, die inspeelt op de verschillende doelgroepen van de bibliotheken die inhoudelijke klemtonen vastlegt voor een duurzame en gedragen innovatieaanpak. Duik mee in deze toekomstvisie!

De digitale bibliotheek: een toekomstvisie

De afgelopen decennia kregen bibliotheken wereldwijd te maken met diepgaande veranderingen in hun werkveld. Fysieke dragers van informatie en culturele uitingen zijn in onze digitaliserende maatschappij minder belangrijk geworden. Dat is vooral merkbaar op het domein van non-fictie en audiovisuele media. De trend van ontlezing zet zich door, terwijl laaggeletterdheid toeneemt. Tegelijkertijd ontstonden er nieuwe mogelijkheden en onderging het sociale weefsel van de maatschappij ingrijpende veranderingen onder invloed van sociale media, toegenomen diversiteit, de 24 uurseconomie en globalisering. Dit vereist nieuwe vaardigheden en een voortdurend ‘bijleren’ door burgers van alle leeftijden en met alle soorten achtergronden. Dat lukt of wil niet iedereen en sommigen dreigen hierdoor achterop te raken. 

Openbare bibliotheken bezinnen zich tegen deze achtergrond al enige tijd over hun positie. In Europa en de Angelsaksische wereld heeft dat een rijkgeschakeerde collectie van strategische documenten en transformatieplannen opgeleverd. De kern daarvan is de gedachte dat bibliotheken hun focus beter verleggen van de collectie naar de gemeenschap. ‘Verbreding’ en de ‘maatschappelijke bibliotheek’ zijn termen die – in allerlei varianten – vaak vallen. Hoe kijken we daar in Vlaanderen en Brussel naar, nu we aan de slag willen met de kansen en uitdagingen die digitale transitie ons brengt? Welke plek kan je als bibliotheek innemen in deze digitale samenleving?

1. Missie van de openbare bibliotheek

  • Iedereen die dat wil of nodig heeft, helpen bij het ontwikkelen van geletterdheid in de brede zin
  • Bevorderen van leesplezier
  • Bevorderen van een open blik op de samenleving en digitale, sociale en culturele inclusie.
  • Laagdrempelig toegang voorzien tot kennis, cultuur en informatie en hierbij ondersteunen, inspireren en een levendige leescultuur stimuleren bij alle groepen in de samenleving
     

Zo kan iedereen participeren in de maatschappij, zich persoonlijk uitdrukken en ontwikkelen en ervaringen, hulpmiddelen en vaardigheden delen. De bibliotheek is een warme, openbare huiskamer, waar iedereen welkom is. 

2. Visie op de openbare bibliotheek in de komende 5 tot 10 jaar

Bibliotheken geven op verschillende manieren invulling aan hun streven om deze missie of delen daarvan te verwezenlijken. We zien daarin zowel internationaal als in Vlaanderen en Brussel een aantal trends, die samen onze ‘gegeneraliseerde’ visie op de bibliotheek vormen. De mate waarin en wijze waarop bibliotheken deze visie onderschrijven en uitwerken, verschilt, afhankelijk van het lokale mandaat, de beschikbare middelen en de noden van de lokale gemeenschap. 

  • Lezen blijft de basis. Hoewel vorm en inhoud veranderen, blijft het (kunnen) lezen van teksten, feitelijk of verhalend van aard, centraal staan in de werking van de bibliotheken. Daartoe onderhouden zij een rijke, relevante en toegankelijke collectie en blijven ze inzetten op leesbevordering in de brede zin van het woord.
     
  • Een versterking van de rol van bibliotheken in leerprocessen. Iedereen kan bij de bibliotheek terecht voor hulpmiddelen, een studieplek en programma’s ten behoeve van zijn persoonlijke ontwikkeling, bijvoorbeeld op het gebied van culturele, digitale of technische vaardigheden. Daarnaast bevorderen bibliotheken e-inclusie en ondersteunen ze mensen met lees-, leer- of participatieachterstanden. Bibliotheken faciliteren bovendien het onderwijs door ondersteuning van onderwijsprofessionals, scholen en hun leerlingen. 
     
  • Ontwikkeling van bibliotheken als ‘derde plek’: een unieke fysieke of virtuele plaats, naast thuis, school of werkplek en wars van commerciële invloeden, waar iedereen zich welkom voelt. Je komt er om gebruik te maken van gedeelde voorzieningen, materialen en programma’s, om inspiratie op te doen, anderen te ontmoeten, hulp te krijgen, vaardigheden op te doen of gewoon te ontspannen.

3. Doelgroepen

  • Jeugd en gezinnen: deze doelgroep vormt het hart van het bibliotheekpubliek. Voor kinderen die leren lezen, taken voorbereiden of huiswerk maken en het (informatie)universum nog maar net aan het ontdekken zijn, is de bibliotheek de ‘derde plek’ bij uitstek, waar ze zich thuis voelen en gestimuleerd worden in hun creatieve, sociale en digitale ontwikkeling. 
     
  • Leerkrachten en leerlingen: de scholenwerking is de hefboom bij uitstek om kinderen en jongeren te bereiken. Leerkrachten en leerlingen gebruiken de collecties en voorzieningen van de bibliotheek. De bibliotheek faciliteert en stimuleert leerkrachten zodat zij behalve gebruiker ook ambassadeur van de bibliotheek worden. De bibliotheek heeft bovendien een spilfunctie in de lokale uitvoering van bovenlokale initiatieven op het gebied van leesbevordering.
     
  • Sociale doelgroepen: de ‘maatschappelijke bibliotheek’ richt zich specifiek op mensen of groepen die om uiteenlopende redenen meer ondersteuning nodig hebben en werkt hiertoe samen met diverse actoren aan een inclusief aanbod. Binnen deze doelgroep onderscheiden we drie specifieke subgroepen waar de bibliotheek zich in het bijzonder op richt:
     
    • Laaggeletterden: personen vanaf 16 jaar die de vaardigheid om gedrukte en geschreven informatie te gebruiken onvoldoende beheersen om te functioneren in de maatschappij, om de eigen doelen te bereiken en om de eigen kennis en mogelijkheden te ontwikkelen (definitie PIAAC);
    • Digitaal laaggeletterden: personen die moeite hebben om online informatie en diensten te vinden, beoordelen en gebruiken, om digitaal te communiceren of om apparatuur en software te bedienen;
    • Nieuwkomers: de bibliotheek wil anderstaligen, die het Nederlands nog onvoldoende beheersen, leer- en oefenkansen bieden om de Nederlandse taal en de lokale cultuur (beter) te leren kennen;
       
  • Intensieve cultuur- en mediagebruikers: wat deze groep bindt, is dat zij gebruik maken van allerlei soorten media, informatiebronnen en culturele uitingen en activiteiten. Zij zijn geïnteresseerd in verhalen, fictief of informatief, onafhankelijk van het medium waarmee ze verteld worden. Binnen deze groep hebben we speciale aandacht voor een specifieke subgroep:
     
  • Fervente lezers: deze ‘boekenverslinders’ vormen het meest vanzelfsprekende publiek van de bibliotheken, die zich in blijven zetten om - naast hun versterkte focus op maatschappelijke en educatieve taken - deze doelgroep aan zich te binden.
     

Er zijn nog heel wat andere doelgroepen te onderscheiden, die voor sommige bibliotheken heel relevant zijn. Op lokaal niveau is het interessant om deze doelgroepen verder uit te splitsen en te nuanceren. De stuurgroep houdt bij het verder vormgeven van de digitale transitie de hier genoemde ‘algemene’ doelgroepen scherp in beeld te houden, met de geformuleerde missie en visie in het achterhoofd. Tegelijkertijd zullen centrale digitale voorzieningen steeds ruimte moeten bieden voor lokale verfijning.

4. De impact van digitalisering

  1. Impact op de collectie: digitalisering heeft een omvangrijk alternatief aanbod gecreëerd. Bibliotheken hebben te maken met wettelijke, commerciële en financiële barrières en ondervinden tegelijk druk om hun collectie uit te breiden met digitale bronnen en objecten. Deze hybridisering van de collectie leidt tot een grotere dynamiek en levert vraagstukken ten aanzien van beheer en ondersteuning op.
     
  2. Impact op de relatie met de gebruiker: veel gebruikers verwachten door de voortschrijdende digitale transformatie dat alles sneller, gemakkelijker en gebruiksvriendelijker wordt. Het referentiekader verandert en de lat ligt steeds hoger, bijvoorbeeld op het gebied van responstijden, toegankelijkheid, grafische aantrekkelijkheid en merkbeleving. Voor sommige groepen gebruikers werpt de digitalisering juist nieuwe drempels op. Zij hebben meer ondersteuning nodig. Dit vergt een extra inspanning van bibliotheken en hun partners. Hier staat tegenover dat de digitalisering ook de kans biedt om de beleving van gebruikers te personaliseren, meer inzicht te verwerven in hun behoeftes en hier (deels geautomatiseerd) op in te spelen.
     
  3. Impact op de organisatie van de bibliotheek: digitalisering werkt door op drie fronten. Ten eerste worden nieuwe vaardigheden en kennis van bibliotheekmedewerkers verwacht en is het een uitdaging om bij te blijven en in te zetten op 'levenslang leren'. Ten tweede is de afhankelijkheid van technologie steeds groter in alle aspecten van de werking. Dat leidt tot meer complexiteit en nieuwe kosten en risico’s. Ten derde veranderen werkprocessen door automatisering en de inzet van digitale hulpmiddelen. Artificiële intelligentie lijkt hieraan een volgende impuls te geven, net als de toenemende samenwerking tussen bibliotheken.